Prasne
OVER HET WANNEER EN WAAROM VAN DE ZESTIEN VEDISCHE SANSKARS
In de Vedische geschriften wordt aangegeven dat de mens, de kans heeft om de cyclus van geboorte en dood te doorbreken ten einde de Moksha, ook wel mukti of nirvanagenoemd te bereiken. Moksha is de volmaakte perfectie die de mens kan bereiken. Deze staat wordt bereikt als het individuele bewustzijn zich zo heeft verruimd of ontwikkeld dat dit zich kan verenigen met het kosmische.
Het leven van een mens wordt vanaf de conceptie tot de crematie verdeeld in een prenatale en een postnatale periode. De postnatale periode wordt weer onderverdeeld in char ãshram (vier levensfasen). In dit kader betekent ashram dus periode of fase naast instelling, orde etc. Volgens de Veda’s heeft Ieshwer (de Allerhoogste) de mens een leven van honderd jaar geschonken indien men volgens de regels en wetten leeft.
Een sanskar (ceremonie/ritueel) is een markering van de overgang van de ene (afsluiting) naar de andere (begin) fase maar ook de markering binnen een subfase. Sanskars markeren lichamelijke, geestelijke en spirituele ontwikkelingen, die steeds verder groeien maar ook kunnen ophouden. De prenatale fase kent drie sanskars. Na de geboorte volgen nog vier fasen. Zo kent de eerste fase (de Brahmacharya ashram) negen sanskars, De tweede fase (Grahast ashram) één sanskar, de derde fase (Banprast ashram) één sanskar en de vierde fase (Sanyas ashram) twee sanskars. Van conceptie tot crematie zijn er zestien sanskars.
Een sanskar wordt uitgevoerd middels een Hawan Yagje ook wel Homa of Agnih Hotre genoemd. Dit is een ceremonie waarbij samaghrie (d.i. verpulverd of fijn gestampte hardhout/sandelhout, vermengd met o.a. ghee, (gesmolten roomboter) en desinfecterende geurige welriekende stoffen in het brandende altaarvuur worden geofferd. Tijdens het offeren worden mantra’s uit de Veda’s geciteerd, die te maken hebben met de geestelijke/spirituele ontwikkeling van de mens en onderhoud van het milieu. Elk sanskar / hawan yagje kent haar eigen specifiek mantra’s omdat het om verschillende ontwikkelingen en fasen gaat. Buiten de sanskars kan men op elk moment een ‘gewone’ Hawan yagje / dienst houden. Deze diensten worden naar keuze thuis, in een mandir of gebedsruimte of in een zaal gehouden. Veelal wordt de Hawan Yagje aangeduid als een vuuroffer dienst.
Bij de uitvoering van een Hawan Yagje (bij een sanskar of anders) zijn altijd twee partijen betrokken. n.l. een yajaman (opdrachtgever) en een parohit (pandit). Ook als een pandit zelf een sanskar wil uitvoeren moet hij een andere pandit bij betrekken. Omdat het onmogelijk is om twee ‘rollen’ tegelijk te spelen. Alleen gedurende de dienst is er sprake van yaman en parohit. Daarna is ieder weer zich zelf. De pandit kan precies vertellen welke voorbereidingen over persaad, voedingsgerechten, samaghrie etc. getroffen moeten worden bij de betreffende sanskar(s).